Met een 4x4-camper naar de Lofoten

Met een gehuurde Land Rover Defender reisden Evert-Jan (28) en Marjolein Burggraaf (24) drie weken door Noorwegen en Zweden. Slapen deden ze in de auto, die door een hefdak en een ‘achtertent’ als camper diende. Een stoere reis, vooral als je weet dat hun tweejarige dochter Rebecca er ook bij was.

Met de Lofoten en Vesterålen als gewenste doel – ruim drieduizend kilometer van huis – rijden ze de eerste dag naar het Deense eiland Fyn, 850 km. Met weer 800 km op de tweede dag bereiken ze midden-Zweden. Ze genieten van hun spelende dochter, het plekje aan de rivier in Ekshärad en een prachtige zonsondergang. Gaandeweg vinden ze een goede manier om alles in de auto te pakken. Die stoere auto heeft overigens wel wat bekijks. Doordat anderen met dezelfde auto onderweg groeten, voelen ze zich al snel opgenomen in de Defenderfamilie.

Heenreis door Zweden

Evert-Jan en Marjolein houden van wandelen. De eerste wandeling, met Rebecca in de rugdrager, is een goede start van de vakantie. Bij harde regen aan het eind van de middag zitten ze in de ‘saloon’ van de manege/camping. Via Nusnäs, waar het houten Dalapaard – symbool van het Dalarnalandschap – wordt gemaakt, rijden ze door de regen noordelijker, tot Vemdalen. Een douche zorgt voor opwarming. De volgende ochtend genieten Marjolein, Rebecca en Evert-Jan bij een bakker van Mazaringebak, daar zijn de Zweden dol op. Op een van de campings hebben ze last van muggen. Gelukkig verkoopt de receptie een repeller van Thermacell, een effectief afweerapparaat. Die mooie avond geen last meer van muggen. ‘s Nachts wordt het niet donker in deze tijd van het jaar (juni), dat maakt het lastig om de tijd te schatten.

Na een ontbijt met warme broodjes zetten ze koers naar Stromsund, waar de Vildmarksvägen begint, de 500 km lange ‘wildernisroute’. Voor een mooi bergmeer verlaten ze de route: picknicken en zwemmen in het koude water. De Land Rover heeft natuurlijk geen moeite met de onverharde weg. Nog eens verlaten ze het asfalt om een imposante waterval te bekijken, Hällingsåfallet.

Uitgestrekt Lapland

Het trio rijdt inmiddels in de bergen. Ze zien steeds meer besneeuwde toppen en ze voelen dat hun einddoel dichterbij komt. ‘s Avonds en ‘s nachts is het koud, ze rijden soms tussen muren van sneeuw en zien brokken ijs drijven in een meer. Als ze bij Dikanas de Wildernisroute verlaten, bemerken ze dat het de toeristische voorzieningen afnemen. Ze besluiten voor het eerst in het wild te kamperen Aan het meer Storjuktan overnachten ze op een prachtige plek, wat uitstekend beviel. Vuurtje stoken, koken, beetje wandelen, een eland spotten en dat alles bij prachtig weer. Bij het wakker worden genieten ze weer volop van de fijne plek met een heerlijk uitzicht. Naar Andenes op de Vesterålen is het nog 950 km door Lapland. Na de tweede eland zien ze ook rendieren, meestal in groepen. Deze blijken minder schuw dan de elanden. Het water staat hoog in het uitgestrekte Zweeds Lapland; bomen die in een meer in het water staan geven een mystieke sfeer. Kort voor Jokkmokk wordt de Poolcirkel overschreden. De Burggraven bezoeken onderweg een Burger King: wifi en patatjes! De luxe wordt nog even verlengd met een hotelovernachting in Björkliden.

Doel bereikt

Na de Zweeds-Noorse grens laten ze havenstad Narvik links liggen om Camping Stave op de archipel Vesterålen te bereiken. Eenmaal rijdend op de eilanden genieten ze van de groenblauwe zee, hoge bergen, groene weiden, fascinerende luchten, gekleurde huisjes, witte stranden en de enorme uitgestrektheid. ’s Avonds wordt er op de camping gedoucht, ook om op te warmen. Het is koud en het regent maar het gezin geniet van de prachtige plek. Vanwege de harde wind nemen ze hun intrek in een net vrijkomende cabin. Ze wandelen naar de top van een berg en genieten van het eilandleven. Vanaf een camperplaats bij Stø gaan ze mee met een walvissafari. Kleine Rebecca is op de boot de blikvanger en zorgt voor leuke contacten. Van dichtbij worden enkele op- en neerduikende walvissen bewonderd; een rots met papegaaiduikers, stormvogels en zeearenden is het toetje. Tijdens de kortste nacht, 21 op 22 juni, kunnen ze nauwelijks slapen door de harde wind, 7 à 8 Beaufort. In dikke jassen gehuld maken ze een praatje met andere Nederlandse reizigers: het thuisland blijkt een hittegolf door te maken!

Van Vesterålen naar de Lofoten

Na enkele heerlijke dagen in Myre gaan ze op weg naar de Lofoten. Het weer wordt beter en de zee nog groener. Doordat hier meer toeristen komen, is er ook meer te doen. Henningsvaer is een leuk en gezellig stadje waar veel jongeren komen om te klimmen in de bergen. Op een zonnige dag – eindelijk eens lekker warm – bezoeken ze een geitenboerderij. Op de uitzichtrijke weg naar Valbarg op het eiland Vestvågøy zeggen Marjolein en Evert-Jan voortdurend tegen elkaar hoe mooi ze het hier vinden. Vanaf Moskenes, bijna op de zuidelijkst punt van de Lofoten nemen ze de boot naar Bodø op het vasteland, een reis van vier uur. Midden in de nacht – het wordt niet donker – zoeken ze een plekje in het wild voor hun camper.

De volgende reisdag telt ruim vijfhonderd kilometer kustweg, waaronder de bekende Fv17 (Helgelandskysten), en een handvol ferries.

Grote afstanden

Als je vakantietijd niet onbeperkt is, moet je voor zo’n reis als de Burggraven maken niet opzien tegen forse autoritten. Rijdagen van zeven à acht uur komen regelmatig voor. Rustdagen worden natuurlijk ook ingelast, in hun geval so wie so de zondagen. Na weer zo’n lange reisdag lopen Marjolein en Evert-Jan ’s avonds, als Rebecca in bed ligt, nog even de berg op en kijken op het mooiste wildkampeerplekje van deze reis, in het Grimsdalen waar de bodem bedekt is met rendiermos. De volgende dag lopen ze, bij de Grimsdalhytta, ook met Rebecca omhoog en omlaag, over beekjes springend en paddestoelen zoekend. De rest van de dag wordt doorgereden richting Oslo. In de buurt van de hoofdstad schijnt gelukkig de zon op hun laatste Noorse camping. Na de bootreis van Oslo naar Kiel (twintig uur) rest alleen nog de route via Hamburg naar huis, ‘maar’ 650 km. Alles bij elkaar reden Evert-Jan, Marjolein en Rebecca 6794 km met de Land Rover.

Over de camper

De Land Rover Defender is het oertype Land Rover, de terreinwagen die tientallen jaren symbool stond voor expedities. In 1990 werd de naam Defender ingevoerd voor dit type jeep ter onderscheiding van de luxueuzere-auto’s die het Britse merk inmiddels verkocht onder de namen Range Rover en Discovery. Voorheen heette de Land Rover eenvoudigweg 90 of 110 (One ten), verwijzend naar de wielbasis in inches. De naam Defender verwijst weer naar het veelvuldige militaire gebruik: veel legers, waaronder het Nederlandse, maakten en maken gebruik van de Defender. De eerste Land Rovers werden in 1948 gebouwd door Rover. Via omzwervingen binnen het VK kwam Land Rover in handen van BMW dat het doorverkocht aan Ford. Sinds 2008 is het merk eigendom van het Indiase Tata Motors. Vanwege voortdurend aangescherpte veiligheidseisen werd de productie van de Defender in 2016 gestopt.

Voor een Land Rover als camper bestaan diverse mogelijkheden: naast het hefdak, een afzetunit en daktenten, kan ook een camperopbouw op de Defender worden gemaakt – specialistenwerk.

Tekst: Marjolein en ­ Evert-Jan Burggraaf, Harry Schuring

Foto’s: Marjolein en Evert-Jan Burggraaf

Laat een reactie achter

U bezoekt de website in Internet Explorer, deze browser is verouderd. Wij kunnen u niet garanderen dat de website optimaal functioneert. Wij raden u aan een andere browser te gebruiken.