Met de camper naar Toscane
Toscane: iedereen kent de beroemde midden-Italiaanse regio aan de Tyrrheense Zee. Alleen al de naam roept beelden op van een heuve...
Lees meer »Van het trio grote meren in Noord-Italië – Lago Maggiore, Lago di Como en Lago di Garda – is het laatste onder Nederlanders het populairst. Dat is niet voor niets: het Gardameer en zijn omgeving, en dan met name het contrast tussen het meer en de bergen eromheen, zijn buitengewoon fraai. Het klimaat is er mild, het meer biedt volop watersportmogelijkheden en de oevers liggen bezaaid met sfeervolle, echt Italiaanse stadjes en dorpen.
Een herinnering. Het is 1979 en ik ben samen met mijn eerste liefde voor het eerst, na een lange treinreis vanuit Nederland, aangekomen aan het Gardameer. De avond valt, het is zwoel, we zitten aan het meer en vanaf de overkant klinkt over het water een door een band perfect nagespeelde versie van Three Times a Lady van The Commodores. Als dat niet romantisch is …
De foto’s van bijna veertig jaar geleden hebben nostalgische polaroidkleuren, maar het Gardameer heeft in die vier decennia nog niets van zijn magie verloren. Na het oversteken van de Brennerpas beland je in een mediterrane oase met citrus- en olijfbomen, oleanders en bougainvilles. Je bent hier onmiskenbaar in Italië.
Trefpunt van de happy few
De geschiedenis van het toerisme aan het Gardameer gaat terug tot de late 19e en vroege 20e eeuw, toen reizen nog was voorbehouden aan de rijken der aarde. Plaatsen als Riva del Garda en Gargnano raakten toen in trek bij intellectuelen uit het noorden van Europa, onder wie schrijvers als Thomas Mann, Franz Kafka en D.H. Lawrence. Het in 1884 geopende Grand Hotel Gardone in Gardone Riviera was zo’n trefpunt van de happy few. De elegante badplaats Salò, ook aan de zuidelijke westoever, is daarentegen voorgoed verbonden met een zwarte bladzijde uit de Italiaanse geschiedenis: het was van september 1943 tot het einde van de Tweede Wereldoorlog de hoofdstad van Mussolini’s fascistische Republiek van Salò. Vanaf de jaren 60 begon het massatoerisme op gang te komen, en vandaag de dag leeft bijna iedereen aan het Gardameer van het toerisme.
Windsurfmekka en klimmersparadijs
Qua karakter verschilt het toerisme aan de noordkant van het meer duidelijk van dat in het zuidelijke gedeelte. Zijn de zuidelijke oevers vooral in het hoogseizoen het domein van gezinnen met kinderen (waaronder heel veel Nederlanders), de oevers rond de noordelijke punt van het meer mikken meer op sportieve en natuurminnende bezoekers. Hier zijn plaatsen als Riva del Garda, Torbole en het iets van het meer af gelegen Arco centra voor sportievelingen. Terwijl Torbole een mekka voor windsurfers is, waar geregeld internationale windsurfkampioenschappen worden gehouden, wordt bij Arco veel aan bergbeklimmen en allerlei varianten als canyoning en watervalklimmen gedaan. Ook mountainbikers komen in dit gebied aan hun trekken. In Riva worden ieder jaar evenementen georganiseerd die in het teken staan van het mountainbiken, waaronder het Bike Festival en de Mountainbike Triathlon.
Mediterrane vegetatie
Natuurliefhebbers zullen onder de indruk raken van de mediterrane vegetatie die je rond het Gardameer aantreft. De kleurige oleanders en bougainvilles bloeien dat het een lieve lust is en je ziet op veel plaatsen statige cipressen. Het in de schaduw van steile rotsen gelegen Limone, aan de noordelijke westoever, is bekend om zijn limonaie, een soort serres waarin, beschut tegen de winterkou, citroenen worden gekweekt. Een ervan, de gerestaureerde Limonaia del Castel uit de 18e eeuw, is te bezichtigen. Erg leuk, ook vanwege het prachtige uitzicht over het meer.
Over mediterrane vegetatie gesproken: bij Brenzone, aan de oostkant van het meer, ligt de Riviera degli Olive, de Olijvenrivièra. De Romeinen plantten hier al de eerste olijfbomen aan, en nu staan er duizenden en duizenden die een prima extra vergine olijfolie opleveren. In Cisano, tussen Bardolino en Lazise, is een museum waar je alles te weten komt over de productie van olijfolie vroeger en nu. En over Bardolino gesproken: dit stadje aan de oostelijke oever heeft zijn naam gegeven aan de lichte en frisse rode wijn die hier wordt geproduceerd en overal aan het meer wordt gedronken. Het spreekt haast vanzelf dat je hier een wijnmuseum kunt vinden.
Volop Italiaanse sfeer
Naast de al genoemde liggen er rond het Gardameer nog tal van bezienswaardige plaatsen die vaak ook met een van de veerboten die over het meer varen bereikbaar zijn. Naast het mooie en gezellige vestingstadje Peschiera del Garda, helemaal aan de zuidpunt, en het daar vlakbij op een langgerekt schiereiland het meer instekende Sirmione, met zijn kasteel en Romeinse opgravingen, is er aan de oostoever bijvoorbeeld nog Malcesine, waar de met een kabelbaan te bereiken Monte Baldo, die formidabele uitzichten biedt over het meer, de grote attractie is. Nadat deze hypermoderne funivia met zijn langzaam ronddraaiende cabine je naar een hoogte van 1700 m heeft getild, besef je pas echt hoe groot Italiës grootste meer is.
Tekst: Geert van Leeuwen, foto's 123RF, shutterstock