Nazomer met de camper in Nederland
De zomer van 2018 blijkt een fenomenale nabrander in petto te hebben. Oktober breekt alle warmterecords. Plannen om met de buscamp...
Lees meer »De A1 verbindt de Randstad met het ‘verre’ Twente. Als je eenmaal de Sallandse Heuvelrug bent overgestoken, rijd je het groene, zacht glooiende landschap van Twente binnen. Rond grote steden als Almelo, Enschede, Hengelo en Oldenzaal liggen kleine dorpen en gehuchten te midden van het karakteristieke coulissenlandschap waardoor het riviertje de Dinkel al kronkelend een weg zoekt.
Twente werd jarenlang geassocieerd met de textielindustrie. Onder leiding van de Engelse ingenieur Thomas Ainsworth werd in 1836 in Nijverdal de eerste katoenfabriek in gebruik genomen. Langzamerhand breidde de textielindustrie zich over heel Twente uit. In het kielzog van de textielnijverheid volgden andere industrieën. In de jaren 70 van de vorige eeuw kreeg de Twentse textiel zware klappen en sloot de ene textielfabriek na de andere. Veel fabrieksgebouwen werden gesloopt, andere kregen als industrieel monument een andere functie. Twente heeft mooie landschappen. Vooral in Noordoost-Twente tref je nog veel landgoederen aan van rijke textielbaronnen, de eigenaren van de grote textielfabrieken.
Dromerig Delden
Onze eerste stop is Delden, een van de mooiste stadjes van Twente. De binnenstad wordt omsloten door de Zuid- en de Noordwal. Delden was in de middeleeuwen een bloeiende handelsstad. Na de terugloop van de handel verviel Delden tot het dromerige plattelandsstadje dat het nu nog steeds is. De geschiedenis van Delden begon op het landgoed Twickel dat enigszins verscholen ligt aan de overzijde van de drukke rondweg. Centraal op het terrein ligt de Landgoedwinkel. Een paar dagen per jaar is het kasteel geopend voor bezoekers. ‘U bent helaas een uur te laat voor de rondleiding. De eerstvolgende is over een paar maanden’, laat de gastvrouw weten. ‘De tuinen zijn wel open’.
De oudste delen van de massieve Oude Blasiuskerk dateren van de 12e eeuw. De hoofdstraat is rijk aan leuke winkeltjes met antiek, streekproducten en kunst. Het Zoutmuseum belicht de geschiedenis van de zoutwinning in Twente. Rodolphe van Heeckeren van Wassenaer (1858-1936), kasteelheer van Twickel, ontdekte in 1886 bij toeval zout bij het boren naar drinkwater. Deze ontdekking vormde het begin van de Twentse zoutindustrie. Behalve zout schonk de kasteelheer het stadje ook een waterleiding waaraan de pomp bij de kerk en de watertoren herinneren.
Cultuur in Roombeek
Roombeek Cultuurpark is de culturele hotspot van Enschede. Het is ook een wijk met aansprekende moderne architectuur. Het oude Roombeek werd op 15 mei 2000 weggevaagd door de vuurwerkramp, het leek toen wel een oorlogsgebied. Uit de puinhopen verrees het nieuwe Roombeek met als trekkers het Rijksmuseum Twenthe (met een h) en De Museumfabriek. Het ‘Rijks’, een stijlvolle bakstenen fabrikantenvilla met een moderne uitbreiding, is een echt kunstmuseum. In de schatkamers pronken middeleeuwse altaarstukken, portretten en prachtige landschappen. Daarnaast zijn er intrigerende tentoonstellingen. Een ware Museumallee verbindt het museum met de Museumfabriek, gehuisvest in een voormalige textielfabriek. Een museum waar natuur, cultuur, kunst, techniek en wetenschap met elkaar worden verbonden. Een inspirerende plek waar je als bezoeker zelf aan de slag gaat.
‘Oriëntaalse schoonheid op Twentse zandgrond’, zo wordt de synagoge die de architect K.P.C. de Bazel in 1919 ontwierp, genoemd. De uitvoering moest wachten tot 1927. De gebedsruimte toont enerzijds sober en nederig, anderzijds rijk aan details. De ruimte wordt overspannen door een hoge twaalfzijdige koepel.
Sagenlandroute
In Borne pikken we de bordjes van de Sagenlandroute op die we volgen op onze tocht door Noordoost-Twente. In de dorpen leven Spookhazen, de Hellehond of het Kalf zonder kop voort in sagen en legenden die passen bij het sprookjesachtige landschap van bossen, weiden en akkers, doorsneden door riviertjes en beken. Schrik niet als je plotseling oog in oog staat met het Grijze Veulen.
Het Stift bij Weerselo is een uniek stukje Twente. In een stift woonden vroeger ongehuwde adellijke dames die volgens strenge regels samenleefden. Rond het u-vormige grasveld met eeuwenoude beuken, eiken en een waterput staan de Stiftskerk (circa 1400), de stiftshuizen (de voormalige woonhuizen van de ‘Stiftsjuffers’) en een uit vakwerk opgetrokken schuur (spijker) die nu als restaurant in gebruik is.
In Tubbergen lopen we de St. Pancratiusbasiliek in. De kerk is een opvallende combinatie van een gotische zandstenen toren uit 1501 en een neogotische kerk (eind 19e eeuw). De gebrandschilderde ramen werden vervaardigd door vijf generaties van de glazeniersfamilie Nicolas.
Dal van de Molsbeek
In Vasse rijden we via de zacht glooiende Oosteriksweg naar twee 18e-eeuwse watermolens: Bels en Frans. We bevinden ons in het Dal van de Molsbeek, een prachtig natuurgebied met beken en bronnen. In watermolen Bels kun je wat eten en drinken in een van de terraskamers of in de molen. Bij het parkeerterrein staat het onbemande bezoekerscentrum IJs en Es dat de ontstaansgeschiedenis van het beekdal vertelt. Vanuit het centrum start een mooie wandelroute (3,2 km) die onder andere langs watermolen Frans voert.
Het Dal van de Molsbeek heeft nog een andere verrassing in petto. Tegen de Duitse grens vind je geheimzinnige cirkels met een doorsnee van 400 m. Zijn het prehistorische akkers? Helaas, de akkers werden in de jaren 30 aangelegd in opdracht van Gerhard Jannink, een rijke textielfabrikant uit Enschede. Het idee van ronde akkers was overgewaaid uit Noord-Amerika en had als voordeel dat maaimachines niet hoefden te keren. In 1991 kwamen de gronden in het bezit van het Landschap Overijssel en kreeg kunstenaar Paul de Kort de opdracht de akkers om te vormen tot een object van landschapskunst.
Twentser dan Twents
Theehuis Dennenoord, gelegen aan de weg van Vasse naar Ootmarsum, is een verplichte stop. Het houten theehuis, opgetrokken in de Engelse country style uit de jaren 20 van de vorige eeuw, beschikt naast een serre ook over een groot terras. Het is een prima pleisterplaats voor een Afternoon Tea. De tea wordt geserveerd met scones met dikke room en jam, sandwiches en tea sweets.
Ootmarsum is het toeristische centrum van Noordoost-Twente. Het oorspronkelijke middeleeuwse stadje is gespaard gebleven voor de moderne tijd. Je kunt door het centrum lopen en genieten van de vriendelijke pleintjes, de vakwerkgevels, de met keitjes geplaveide straatjes, de kerk en de vele winkeltjes, cafés en terrassen. Wil je helemaal terug in de tijd, bezoek dan het Openluchtmuseum Ootmarsum en dompel je onder in het Twente van vroeger. In een parkachtige omgeving geven achttien authentieke gebouwen, ieder met z’n eigen inventaris en verhaal, een boeiend beeld van het leven op het platteland in Twente zo’n honderd jaar geleden.
We laten Ootmarsum achter ons en vervolgen onze route richting Denekamp. In een lus van de Dinkel ligt het landgoed Singraven dat bestaat uit een statig huis, een prachtige tuin, een arboretum, bossen, landbouwgronden en een eigen watermolen. Daarnaast heeft het landgoed een rijk verleden, compleet met spookverhaal en kleurrijke bewoners. Tijdens een rondleiding door het huis bezoek je kamers die hoofdzakelijk zijn ingericht met 18e-eeuwse meubels, schilderijen, porselein en wandtapijten. Een schaduwrijk terras bij de watermolen maakt de idylle compleet.
Twents Stonehenge
We pikken de Sagenlandroute weer op en rijden over smalle wegen – soms moeten we even uitwijken om een tegenligger te laten passeren – door een fraai zacht golvend landschap richting De Lutte. Dit is Noordoost-Twente op zijn mooist. Het Lutterzand biedt een afwisselend landschap van vliegdennen, grove dennen, jeneverbesstruiken en heide. Het riviertje de Dinkel heeft in het Lutterzand steile zandoevers gevormd. Op de top van de 85 m hoge Tankenberg staat een theekoepeltje. Vanuit het koepeltje heb je een prachtig zicht richting Ootmarsum. Volgens overleveringen werd op de top de bronnimf Fenne vereerd. Er moet zelfs een tempeltje hebben gestaan.
Ter hoogte van Landhuis De Bloemenbeek waan je je even in het Engelse Stonehenge. De ingetogen Twentse variant van dit fascinerende monument bestaat uit zandstenen ‘menhirs’ en grote keien uit de omgeving en vertelt een verhaal dat gebaseerd is op de vele sagen die Twente rijk is.
’t Stedeke
Vanuit De Lutte rijden we in een keer door naar Diepenheim. Rond het stadje ligt een groot aantal landgoederen te midden van het fraaie Twentse landschap. ’t Stedeke – Diepenheim is het kleinste stadje van Overijssel – is een centrum voor de beeldende kunst en staat bekend om zijn kastelen en havezaten en de stijlvol aangelegde tuinen en parken. Een tien meter hoge mast met de neonletters NIEUW verwelkomt de bezoekers in de Kunstvereniging Diepenheim. Het moderne museum biedt jaarlijks verscheidene tentoonstellingen.
Kasteel Warmelo is het toegankelijkst van alle kastelen. Het park omvat vier eeuwen tuinarchitectuur: een 17e-eeuwse Franse geometrische tuin, een 18e-eeuwse Engelse landschapstuin en een 19e-eeuws pinetum met een grote verscheidenheid aan naaldbomen. Rechts van de ingang ligt een 20e-eeuwse watertuin met twee waterlopen, rododendrons en azalea’s.
Op het terras van Herberg De Pol genieten we van de ‘dorpse’ rust. Twente is, zoals ze hier zeggen, ‘onmeunig mooi’, heel erg mooi. En daar is geen woord van gelogen.
Overnachtingsplaatsen
In Twente kun je op 25 plaatsen overnachten met een camper. Je kunt terecht op goed geoutilleerde campings, minicampings, speciale camperplaatsen en een camperpark. Buitencentrum Markelo is een groen bungalowpark dat een aantal prachtige camperplekken heeft gecreëerd op een nieuw camperveld. Camperpark Diepenheim ligt middenin de natuur op 2 km van Diepenheim. Camperplaats De Nijenhaer in Beuningen (OV) biedt plaats aan toevallig passerende camperaars. Op camperplaats Erve Velpen bij De Lutte kunnen 25 campers terecht. Meer informatie op www.visittwente.nl/overnachten...
Kardoeshoond van De Lut
In de Overijsselse plaats De Lut(te) staat een bronzen beeld van een Kardoeshoond (kardoeshond) of hellehond. Het dier liet zich, volgens overleveringen, vooral zien in De Paasberg en het Duivendal. Maar ook trof je hem aan op het kerkhof van De Lutte. De hellehond was zwart en had meestal spitse oren. Wie de hond hoorde blaffen, wist dat de dood nabij was. En wie de hond tegenkwam, kon rekenen op de spoedige dood van een familielid.
Praktische informatie
Twente: www.visittwente.nl
Landgoed Twickel: http://twickel.nl
Huis Singraven: www.singraven.nl
Tekst: Bartho Hendriksen
Foto’s: Bartho Hendriksen, Mary Kuiper