Zwerven langs de Neckar

Van pionier Carl Benz tot autoreus Mercedes

Wie met de camper deze idyllische rivier in Zuidwest-Duitsland verkent, dwaalt van het ene naar het andere prachtige dorpje. Dichters en schilders noemden de Neckar de meest romantische rivier van het land. Vanaf z’n oorsprong in het Zwarte Woud meandert de Neckar noordwaarts, onder meer door Stuttgart en Heidelberg. In Mannheim mondt de rivier uit in de Rijn.

Ich hab’ mein Herz in Heidelberg verloren – iedere (oudere) Duitser kent dit lied over de stad waarnaar wij onderweg zijn. Onze camper staat op de mooi aangelegde camperplaats in het naburige Ladenburg. Het oktoberzonnetje doet nog flink z’n best zodat we heerlijk een kilometer of twaalf peddelen over het fietspad langs de Neckar. Heidelberg ontvangt jaarlijks een paar miljoen dagtoeristen. Vroeger hadden de keurvorsten hier grote politieke betekenis. Nu is Heidelberg onder meer een lieflijk gelegen universiteitsstad. Het centrum ademt een romantische sfeer. In de pittoreske straatjes barst het van de leuke winkeltjes en de konditoreien, voor koffie en lekkernijen.

Studenten achter de tralies

Heidelberg is al heel lang studentenstad; de universiteit werd in 1386 opgericht en is daarmee de oudste van het huidige Duitsland. Nog altijd hoort twintig procent van de gebouwen in de stad bij de universiteit en tiert het studentenleven er welig. Top is het Universiteitsmuseum. Hier leer je dat je er als student in vroeger eeuwen niet bij hoorde, als je niet minstens een nacht in het gevang had gezeten. In de Augustinergasse zijn nog vijf cellen te bezichtigen; die waren tot 1914 in gebruik. Dronkenschap, vechten of naaktzwemmen in de rivier eindigde vaak met een nacht in de Studentenkarzer. Het was een ‘boete van eer’ zo blijkt uit de teksten die studenten op de muren kalkten. Vermakelijke tekeningen sieren de stenen wanden, leuk om te bezoeken.

Renaissancearchitectuur en het apothekersmuseum

Meest geliefde en meest romantische object in Heidelberg is beslist het Schloß, een enorme ruïne van roze zandsteen die tachtig meter boven de Altstadt uitsteekt. Je kunt even doorbijten en in tien minuten de steile Burgweg beklimmen, of je kiest voor gemak en zoeft vanaf de Kornmarkt met de Bergbahn in een paar minuten naar boven. Het Bergbahnticket geeft ook toegang tot het kasteel. Aan het einde van de 17e eeuw werd het kasteel tijdens de Negenjarige Oorlog (Frankrijk tegen de Liga van Augsburg) door de Fransen vernietigd; de restanten blijven bewaard als monument. De binnenplaats is omzoomd met renaissancemuren met veel beelden. De meeste bezoekers trekt de Fassbau waarin je het grootste wijnvat van Duitsland vindt (220.000 l). Waar ooit de keurvorsten van de Pfalz woonden, huist het Deutsches Apotheken-Museum. Naast de geneesmiddelenleer staat vooral de ontwikkeling van de apotheek centraal. Je dwaalt langs magnifiek ingerichte apotheken met juweeltjes van oude potten. Geweldige uitzichten over de stad en de Neckar met z’n prachtige Karl Theodor-brug bieden de tuinen. Dus, uitleg waarom je je hart aan Heidelberg verliest is echt niet meer nodig!

Wegdromen bij Carl Benz

Dan het charmante oude centrum van Ladenburg. Vanaf de camperplaats loop je er in tien minuten naar toe. In schilderachtige, oude klinkerstraten is het ene vakwerkhuis is nog mooier dan het andere. Wat een knus stadje. En, autoliefhebbers opgelet, want voor jullie is Ladenburg een walhalla. Het is namelijk de thuishaven van Carl Benz, constructeur van de eerste automobiel. Benz presenteerde in 1886 een voertuig met een verbrandingsmotor en wordt daarom samen met Gottlieb Daimler als de vader van de auto gezien. Na onenigheid met zijn compagnons in Mannheim richtte hij in 1906 een nieuw automotorenbedrijf op in Ladenburg: C. Benz Söhne. In 1908 verlegt de onderneming de aandacht naar het maken van complete auto’s, elke auto naar wens van de klant. De laatste twee modellen zijn voor Benz zelf. Deze auto’s staan in het museum en de naam ‘C. Benz Söhne’ prijkt trots op de radiateur. Het fascinerende Carl Benz Auto Museum toont de geschiedenis in de oude fabriek: van paardenloze koetsen met drie wielen en een motor achterin, via de vierwieler tot de klassieke opstelling met de motor voorin, het passagierscompartiment daarachter en aandrijving op de achterwielen. De auto’s uit Mannheim en Ladenburg staan hier gebroederlijk naast elkaar alsof er nooit onmin is geweest. In de Boxenstopp staan verscheidene oude en moderne racewagens. De afdeling tweewielers toont tal van historische motorfietsen en scooters. Echt een museum waar de geschiedenis van het merk Mercedes tot leven komt!

Tijd voor de wandelschoenen

De Eura Mobil camper brengt ons weer een stukje verder stroomopwaarts, zo’n 45 km tot Eberbach. Onderweg genieten we van schitterende herfstkleuren op de berghellingen waartussen de Neckar stroomt. We settelen ons op de stadscamping aan de rivieroever met zicht op het stadje. Ons eerste doel is het toeristen-informatiepunt. Een subliem boekje genaamd Schöne Aussichten Eberbach wordt onze leidraad. Er staan maar liefst dertien wandelingen rondom Eberbach in. Zo bereiken we al wandelend over beboste hellingen mooie uitzichtpunten. De soms fikse klimpartijen houden onze conditie op peil.

Apen in monnikspij in Heilbronn

Vol verwondering staren we naar boven, wat een unieke kerktoren is dit. Hij is onderdeel van de Kilianskirche waarvan de bouw in 1274 begon. Niet verwonderlijk dat deze toren (1529) geldt als een van de origineelste bouwwerken van de Duitse renaissance. Met gedurfde decoraties – vogels met monnikshoofd en apen in monnikspij – steekt de 64 m hoge toren de draak met de katholieke geestelijkheid. De spits draagt geen kruis maar een beeld van de Steinerne Mann, een symbool van het zelfbewustzijn van de stad. Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog werd de kerk volledig verwoest. De herbouw werd in 1974 afgesloten. Binnenin de kerk steelt vooral het houtgesneden hoofdaltaar de show; Hans Seyfer schiep dit meesterwerk in 1498.

Heilbronn is een sfeervolle stad die veel te bieden heeft. Neem het wetenschapscentrum Experimenta, met afdelingen (Welten) voor ontdekkers, voor avonturiers en voor onderzoekers – vooral leergierige kids – komen in dit ‘doemuseum’ volop aan hun trekken.

Wijnvelden in herfsttooi

De volgende dag lokken onze fietsen, we kiezen een aantrekkelijke route van zo’n dertig kilometer. Deze ‘SB2’ is duidelijk aangegeven op bordjes langs goede fietspaden. We fietsen door schilderachtige dorpjes en vooral tussen de wijnvelden die de Neckar omzomen. Dankzij onze e-bikes bezorgen de pittige klimmetjes ons niet te veel zweetdruppels. De wijngaarden in herfstkleuren zijn magnifiek en als we de Neckar diep beneden ons zien stromen, wanen we ons in een sprookjeswereld.

Mercedes-Benz Museum: dynamische historie

Na een gezellige binnendoorroute van zo’n vijftig kilometer stallen we onze camper op een camperplek in Fellbach, dichtbij de stadsgrens van Stuttgart. We ontdekken een fietspad pal naast de camperplaats en ons eerste doel is het Mercedesmuseum. Van verre fonkelt de fameuze ster ons al tegemoet, het museum huist in een ultramodern pand naast de fabriek. De Audioguide die we ontvangen, in Duits of Engels, blijkt een geweldige gids; vooral de aparte kinderuitleg is amusant. Op de achtste verdieping begint onze wandeling door de tijd bij Gottlieb Daimler en Carl Benz, beiden vonden zij een automobiel uit. Een verdieping lager wordt de naam Mercedes toegelicht. Emil Jellinek was coureur en autodealer. Hij verkocht de auto’s van Daimler en noemde deze naar zijn dochter Mercedes. In 1926 gingen Benz en Daimler samen verder onder de naam Daimler-Benz. De auto’s kregen toen de huidige naam: Mercedes-Benz. Tijdens de afdaling zien we de mijlpalen in de (merk)geschiedenis in tekst en beeld. Zo passeren de autoloze zondagen, Nelson Mandela, Adolf Hitler, de Beatles – kortom boeiende herinneringen en voor ons een feest der herkenning. Ook muziek brengt je in de juiste sfeer. Interessant is het verschil tussen de auto’s van vóór en van na de Tweede Wereldoorlog. Begin jaren vijftig begon Mercedes-Benz met het gebruik van de zelfdragende carrosserie. De platte grille van de 300 SL was kenmerkend voor de nieuwe generatie automobielen. Na de oorlog komt het goederenvervoer per auto op: vrachtwagens, bussen en kleinere bezorgauto’s zijn in ruime mate aanwezig. Doordat het milieu in de jaren tachtig onder druk kwam te staan verscheen de nieuwe generatie middenklasser, de 200 D. Ook racewagens komen aan bod. Zelfs als je niets met Mercedes hebt is dit museum een bezoek meer dan waard.

Federweißer met koninklijk uitzicht

We fietsen de volgende dag naar het centrum van Stuttgart. Het laatste stuk voert ons door een mooi aangelegd park; we verwonderen ons steeds weer over het goede onderhoud van Duitse parken. Een hoogtepunt in de sfeervolle binnenstad is het fiere Neues Schloß op de Schloßplatz. Als een van de laatste grote stadspaleizen in Zuid-Duitsland werd het gebouwd tussen 1746 en 1807; het paleis van Versailles stond model. Het was oorspronkelijk de residentie van de koningen van Württemberg, nu zetelen hier diverse ministeries. De Schloßplatz is een levendige ontmoetingsplaats middenin de Königstrasse, een statige winkelstraat. Op een van de aangename terrassen rondom het plein proosten we met een Federweißer (jonge wijn) op onze geslaagde herfsttoer.

Tekst en foto’s: CamperCaKe

Laat een reactie achter

U bezoekt de website in Internet Explorer, deze browser is verouderd. Wij kunnen u niet garanderen dat de website optimaal functioneert. Wij raden u aan een andere browser te gebruiken.